Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

MVANK0243_0243_9929 - Weerwolf wordt herkend door zijn "lief"

Een sage (mondeling), 1964

Hoofdtekst

Zoewe was er ne vent dieje verkeerde. En dieje had zijn kuur. En ha zei "ik moet mijn broek eens afdoen". En ha pakt ne zakdoek uit zijn tes en ha geeft die aan da lief en ha zei "as ge iet zie, worpte ma me dieje zakdoek". Na komt ha van haar ba heur. En ha hee nog stukke zakdoek tusse zijn tan’. "Wa herre tusse u tan’?" zei za. En ze zag en toen zag ze stukke van dieje zakdoek die za geworpe had. En toen wist zee dat ha ne weerwolf was en toen was ’t zwart.

Onderwerp

SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.    SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.   

Beschrijving

Een man die met zijn vriendin aan het wandelen was, sprak op zeker ogenblik: "Ik moet even een boodschap doen. Mocht er ondertussen iets op je afkomen, gooi dan deze zakdoek naar de verschijning". Toen de man even later terugkwam, had hij de vezels van de zakdoek nog tussen zijn tanden. Zo ontdekte het meisje dat de man een weerwolf was.

Bron

M. Vankerkhoven, Leuven, 1964

Commentaar

1.6 Weerwolven
antwerps (grensgebied kempen-hageland)
642
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Veerle    Veerle