HSCHO0169_0170_11276

I En over de duivel en zo, wat vertelden ze daarvan?5 Ja, alles was (het werk) van de duivel. Als er iets kwaad was of d’r gebeurde iets of - ik zal maar zeggen - er kwam een lelijk onweer: ja, dat is de duvel die dat doet. Alles kwam van de duivel. En daar hadden de mensen geweldig schrik van. De duivel die bestond en de duivel deed het allemaal. Het vagevuur bestond ook. En als wij als kinderen niet luisterden, dan gingen we recht naar het vagevuur. En dan zaagt ge die arme zielen zo met de handen omhoog: "Help ons! Bid voor ons!" Ja, dat werd allemaal heel … dat werd allemaal geloofd. Dat was allemaal waar.I En daar moest ge altijd voor bidden?5 En dan moesten we bidden voor de zielkes van het vagevuur; die konden niet uit, die roepten voor hulp. En wij moesten dan bidden. Dat was gewoonlijk zo met Allerheiligen en zo. Dan moesten we speciaal bidden voor de zielen van het vagevuur.I En werd dat ook gedaan, dat in een klerenkist of in een kast een gebed werd gehangen?5 …I Ik heb dat bij mensen (= Mathieu Jongen - Moermans, Visésteenweg 171) gezien, dus dat daar in een klerenkist een gebed werd gehangen en dat was om te beschermen tegen heksen, duivels, boze machten en zo. Maar hier werd dat niet gedaan?5 Dat ik het niet weet. Bij m’n ouders heb ik dat toch niet gezien. Maar wat ik wel weet: ze hadden verschillende gebedjes zo. En dat werd dan wel gebeden. Dat weet ik wel. Ja, daar waren er ook bij voor tegen de heksen, tegen de …I D’r waren er ook speciaal voor tegen de heksen?5 Ja. En tegen de duivel.I En waren dat speciale heiligen tot wie ge dan moest bidden?5 …I Was dat een algemeen gebedje of was dat tot alle heiligen?5 Dat was gewoon zo maar een algemeen gebedje, denk ik, tegen de duivel en zo van dat.I Maar die hebt ge niet meer?5 … Die zijn allemaal in het ouderlijk huis gebleven, denk ik, bij m’n zusters (= gezusters Lenaerts, Jehennestraat). Ik ga toch nog eens zoeken of ik zo eens iets vind van vroeger of zo. Ik ga ook nog eens goed nadenken. Misschien dat me toch nog eens iets bijkomt.I … dat u nog iets ‘te binnenvalt’.5 Dat ik eens met Wies (= informant 11, buurman van de informante) hier praat. Wies, die verzint soms ook nog zo van alles van vroeger. Is het waar of is het niet waar? Dat weet ik niet. En dan is het tweede woord wat Wies zegt: "Maar vroeger … Weet ge dat niet meer?" zegt die dan soms.

Met Allerheiligen moest men altijd bidden voor de zieltjes van de kinderen die in het vagevuur om hulp riepen. Sommige mensen hingen in een kleerkast een gebed om zich te beschermen tegen heksen, duivels en boze krachten.

H. Schoefs, Leuven, 1996

3.1 Duivels

limburgs (groot-riemst)

5M 169

fabulaat

Allerheiligen    Allerheiligen   

Zichen-Zussen-Bolder    Zichen-Zussen-Bolder