Hoofdtekst
Ketele (= kettingen) wa rammelen dan! in de bem (= beemd) of zo was dat altijd gebeurd. Ich ging met dinge noa en boerecafeke en doa was nog enen type, en die vertelde dat er 's daags te voren thuis kwam en dat er onderweg ketelen hoorde rammelen in de böum (= bomen).
Onderwerp
SINSAG 0478 - Andere Erlebnisse; unbeschreibbare Spukerscheinungen.   
Beschrijving
De veldwachter van Koninksem schrok dikwijls doordat hij gerinkel hoorde in een weide in Tongeren. Het waren koeien die kettingen droegen.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tongeren en omstreken)
387
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Neerrepen   
Plaats van Handelen
Koninksem   
Tongeren