Hoofdtekst
Op d’hofstee van J. van Poekens. Hij had veel werk en je (hij) was overrast (overladen) van ’t werk. Zo hij zat je (hij) nog mee vier kleine jongens en al da werk. Den duitse schaper zegt: "Ge moet er nie mee inzitten. Ge moet op uw land zijn en ge moet u zetten maar nooit van mijn leven niet kijken wat dat er gedaan wordt". En dienen boer zeit (zei): "’k Zette mij dare dood van schauwte (schrik) en den schaper nevens mij en altijd maar lezen in nen boek." Maar dienen boer verstond dat allemale niet hé. En achter een poze al ’t werk was gedaan. En da waren de roomannekes. Maar die duitse Schapers kosten verdju vele zè.
Beschrijving
Een boer die vier kinderen had en zijn werk niet gedaan kreeg, had een Duitse schaper in dienst, die zei: "Je moet je geen zorgen maken. Ga op je veld zitten en kijk niet naar wat er gebeurt". De boer deed wat hem was aangeraden, en hij hoorde hoe de Duitse schaper in een boek las. Even later was al het werk gedaan door de rode mannetjes.
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, s.d.
Commentaar
1.2 Aardgeesten
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
14
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Maldegem