Hoofdtekst
Ze zein ossan dat ze met veertienen woren. ’t Woren dor drie vromenschen, zijn zuster en nog twee andre wormee datten in gang wos. Z’èn ook nog in Sintjeliens geweest. Z’èn dor nog geslapen. Mijn vint e dat nog verteld. Die herbergier e ze nog teten en drinken gegeven want ’t woren d’rin datten nog kende. ’t Woren dor ook Belgschge bij. Enn’e ze slapinge ook gegeven. ’s Anderndaags ’s nuchtens, otten ging gon kijken, zagten dat ol de schoven opengebroken woren en de kassen en dat ze nog een van zijn kostumen meegenommen an en ze woren d’ermee vertrokken.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
De bende van Pollet bestond uit veertien rovers, onder wie drie vrouwen. Een herbergier uit Sintjeliens gaf op een avond eten en onderdak aan de rovers. Hij kende sommige van hen en wist niet dat hij een roversbende had binnengelaten. Toen hij de volgende ochtend opstond, was zijn herberg geplunderd.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)
23G
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Pollet (bende van)   
bende van Pollet   
Naam Locatie in Tekst
Langemark   
Plaats van Handelen
Sint-Juliaan