Hoofdtekst
Mijn broer was e pintje drinken geweest in ene café er is nu tachtig jaar oud en do aan die café lag enen hoop billen (balken waarover men tramsporen legt) en as 't spook uitkomt dan gooiste (ge) 'n bil op zenen nek. En wei (toen) ter toen aan het kapelleke koem, koem e klein wit hondje uit. Dat is echt waar geweest. En dat hondje liep voor zijn voeten en achter over zijn vjassen (hielen) en er durfde nie treden en toen had er het verstand van e kruis te maken en toen was 't weg. Het kwiekte zo fel, zo fel, wei ter huis koem riep er: 'Moeder, moeder, het spook is achter mech geweest.' Dat is echt waar geweest.
Onderwerp
SINSAG 0333 - Spuktier erschreckt Wanderer (und begleitet ihn).   
Beschrijving
Naast een café in Hoeselt lagen balken die de mensen gebruikten om zich tegen spoken te verdedigen. Een man die terugkwam van het café werd bij de kapel gevolgd door een klein wit hondje. Nadat de man een kruisteken had gemaakt, was het dier plots verdwenen.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (bilzen)
129
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Hoeselt   
Plaats van Handelen
Hoeselt