Hoofdtekst
I Ik weet de mensen, van de kwade hand zeiden ze dan dat er iemand kwam en die, bijvoorbeeld, kwam een huis binnen en bracht daar ongeluk. Of als die een kindje aaide…24 Ja, ik ken wel hoor, er werd gezegd: "Als ge een nieuw huis binnengaat of zo, dan moet ge dat laten zegenen, want anders komt daar (ongeluk)." Dat zeiden ze vroeger ook. Nu lachen ze daarmee, veel doen dat niet meer.I Maar ze zeiden niet meer dat een kindje behekst kon worden?24 Nee, dat, dat heb ik nooit gehoord. Nooit.
Beschrijving
Wie in een nieuw huis ging wonen, moest het huis laten zegenen om zichzelf te beschermen tegen de kwade hand.
Bron
H. Schoefs, Leuven, 1996
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (groot-riemst)
24P 379
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zichen-Zussen-Bolder 
Zichen-Zussen-Bolder 