Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

STOP0364_0365_21680

Een sage (mondeling), 1964

Hoofdtekst

’t Wos e hele stoete boer die van niet benauwd en wos, noch van Bakelandts bende noch van niet. Nu j’hadde hij dor volk die bij hem wrochten mor ze woren zieder ol bij Bakelandt. Zieder mosten ol zeggen wor dat ’t zat enzovoort. Bakelandt zei: "’k Gon julder met drien uutzenden. ’t Moeten d’er twee post pakken an de voordeure up ulder nuk (hurken) en den derden moet den hoend kullen. Zo de boer gaat toen rechtuut upston en de deure opensnakken." En je kwam dor gegon met zijn tweeloop in ’t deuregat. En tegen datten zag van wor dat ’t geweld kwam, z’an vaste. Je wos geveld. Z’an elk bij e been. Bakelandt wos geen droeven wè oj gewillig wos, oj zei wor dat’t zat. Je ging geen moorden doen o’t niet nodig wos.

Onderwerp

SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.    SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   

Beschrijving

Een dappere boer die nergens bang voor was, wist niet dat zijn knechten lid waren van de bende van Bakelandt. Op zekere dag zond Bakelandt drie rovers naar de boerderij. Twee rovers moesten gehurkt bij de voordeur gaan zitten, terwijl de andere de hond van de boer moest plagen. De boer zou dan de deur openmaken om te kijken wat er aan de hand was, zodat de rovers binnen konden.
Zo gezegd, zo gedaan.
Bij het horen van het hondengeblaf kwam de boer met een tweeloop in de hand naar buiten. Kort daarop werd hij bij de benen gegrepen door de rovers, waardoor hij machteloos was.
De bende van Bakelandt pleegde alleen moorden als mensen niet wilden zeggen waar hun geld verborgen lag.

Bron

S. Top, Leuven, 1964

Commentaar

4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)
221E
fabulaat

Naam Overig in Tekst

Bakelandt    Bakelandt   

Bakelandt (bende van)    Bakelandt (bende van)   

bende van Bakelandt    bende van Bakelandt   

Naam Locatie in Tekst

Bikschote    Bikschote