Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

OMATT0073_0074_18386 - Man aanroept de Zwarte Mannekes die niet willen bespied worden.

Een sage (mondeling), (foutieve datum)

Hoofdtekst

Da was Albriek de Breucker die aan de Geete woondige. ’t Was hoest (oogst) en de Zondag mosten ze een hele partij binden bij (met) een stuk of vier. En ’t kwam dan een ventje bij elder (hen). "Eh, wa moeje (moet ge) doen?" "We moen werken, we moen werken." "Allez, allez, ge moet gelder (gij) niet werken oje (als ge) niet en wilt. En hij zegt: "Wille k’ ik ne keer de schoven binden voor elder (u), maar ge moet elder allemale plat leggen en niet kijken. En ze waren mee vieren en elk wist zijn reke (rij) liggen. En ’t was enen van de viere die kerieus ware en ne keer keke. En lijk ot (als) hij opkeke, zagt hij op iedren schoof een zwart Manneken zitten. Maar zijn reken (rijen) waren niet gebonden ook.

Beschrijving

Op een boerderij moest men op een zondag de oogst bijeenbinden. Even later kwam er een man langs, die zei: "Ik zal er eens voor zorgen dat jullie werk snel klaar is. Ga allemaal plat op de grond liggen zonder te kijken". De vier knechten deden wat hen gevraagd werd. Eén van hen was echter nieuwsgierig en zag hoe op iedere schoof een zwart mannetje zat. Even later was al het werk gedaan, behalve het deel van de man die had gekeken.

Bron

O. Mattheeuws, Leuven, s.d.

Commentaar

1.2 Aardgeesten
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
13
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Sijsele    Sijsele