Hoofdtekst
Herinner ich mich bijveurbeeld 'n ander vertèlselke, dat ene man dus, nao ze werk waor, en dat de vrouw 's nachs allein thuis waor, en op e zeker ougenblik dus, huurt (hoort) ze al heur hinnen kakelen en schriëven en alles doorein, en ze kijk door de vinster en dan zuut (ziet) ze dao de weerewouf as e gedroch róndloupen, en 's anderendaags, wónder boven ónder, zitten alle hinnen weer even rûstig op de rèk, en van de weerewouf natuurlik gei spoor. En zoë vertèlden ze dich van al...
Beschrijving
Een vrouw die 's nachts alleen thuis was, hoorde plots gekakel in het kippenhok. Toen ze ging kijken, zag ze een weerwolf in het kippenhok lopen. De volgende ochtend waren de kippen weer rustig en was er geen spoor meer van de weerwolf.
Bron
P. Knabben, Leuven, 1970
Commentaar
1.6 Weerwolven
limburgs (maasvallei)
M/IV/18
fabulaat
Bandopname
Naam Locatie in Tekst
Maasmechelen