Hoofdtekst
Mijn 'nonken' waren bij hun broer geweest, die kapelaan was te 's Heerenelderen. En ene bleef wat achter om zijn broek af te doen en hij ging achter een boom zitten. Toen kwam daar een Madam over de voetweg en ze was in 't zwart aan en haar kleed ruiste tegen hem af en hij dacht nog: 'Die zou gelachen hebben als ze mij had zien zitten.' En toen hij bij zijn broers kwam, zei hij dat en die hadden niemand gezien, en ze kon anders niet als aan hen doorgekomen zijn.
Onderwerp
SINSAG 0310F   
Beschrijving
Drie mannen waren op bezoek geweest bij hun broer, een kapelaan in 's Heerenelderen. Op de terugweg bleef één van hen wat achterop, omdat hij zich achter een boom wilde zetten voor een boodschap. Toen de man daar zat, zag hij een vrouw voorbijkomen, gekleed in een zwarte jurk die ruiste in de wind. Toen de man zijn broers had ingehaald, vertelde hij wat hij had gezien. De broers hadden de vrouw niet gezien, hoewel ze hen wel moest voorbijgewandeld zijn.
Bron
F. Beckers, Leuven, 1947
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
zuid-limburgs
De witte juffrouw en de zwarte madam: variante 11
Oom van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Werm   
Plaats van Handelen
's Heerenelderen