Hoofdtekst
En mijn nonkel, de grootnonkel van mijn moeder, werd plots bij de koeien in de krib geduwd. “A, gij lelijke Treze”, zei hij. En hij liep naar buiten achter de stal en ze liep achter de stal. En da twas ook zo iets.X: Hoe heette ze werkelijk?Tereze De Buck.En als Treze gestorven is, heeft mijn moeders thuis dat huisje gekocht en ze hebben dat radicaal afgesmeten. Overal zaten er peutsies geld onder de vloer. En die mannen die dat afgebroken hebben zeiden: “Wat moeten wij doen met dat geld?” En ze hebben het altijd onmiddellijk verdronken. “Duivelsgeld”, zeiden ze ertegen.X: Waar is dat gebeurd?In Lede.
Beschrijving
Een man uit Lede werd plots in de kribbe van zijn koeien geduwd. De man zei: “Jij lelijke heks” en ging naar buiten, waar hij de heks achter de stal zag lopen. Na de dood van de heks heeft men haar huis afgebroken. Onder de vloer vond men allemaal geld. De werklieden wisten niet wat ze met het geld moesten doen en gooiden het uiteindelijk in het water omdat het volgens hen duivelsgeld was.
Bron
L. D'haeze, Leuven, 1975
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (zuiden)
76D
Oom van de moeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Edelare   
Plaats van Handelen
Lede