Hoofdtekst
’t Was hier ‘nen timmerman, zijn moeder was oud en ze zeggen dat ‘t ’n tovermete was. Hij moeste bij Putte op ’t hof gaan werken aan ’n kappe van ‘nen stal; hij begoste te werken. En als hij begoste de kappe ’t hope te slaan, kromde iedere nagel dat hij sloeg. En zegt ie: "Dat is toch raar!" Hij pakt zijn veste en hij hangt ze aan ‘nen nagel, maar die nagel was ommeddekeer weg en zijn veste viel in de zwijnekuipe. En hij deed voort aan zijn werk en hoe langer dat hij werkte, hoe krommer dat de nagels kwamen. En in colère liep hij naar huis en overging (= slagen) zijn moeder. Zij zat in de kamer en ze was bezig met in ‘nen boek te lezen. Hij heeft ze ’n trommelinge gegeven en were naar zijn werk gegaan. En hij koste toen werken lijk dat ’t zijn moeste.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
In Tiegem woonde een timmerman over wiens moeder men vertelde dat het een toverheks was. Op een dag moest de timmerman ergens een dak van een stal maken. Merkwaardig genoeg sloeg de man iedere nagel krom. Toen hij zijn jas aan een nagel tegen de muur hing, was de nagel plots verdwenen, waardoor de jas in de varkenstrog viel. Hoe langer de timmerman aan het werk was, hoe krommer de nagels werden geslagen. De man ging woedend naar huis en gaf zijn moeder, die in een boek aan het lezen was, een flinke afranseling. Daarna kon hij moeiteloos voortwerken.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (tussen schelde en leie)
405
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Tiegem   
Plaats van Handelen
Tiegem