Hoofdtekst
Te Leêgem wos e èn hofsteê wor dat er twee poorten woren. Gesplette poten mochten deur een van die poorten niet gon of ze vielen dood. Z’hoorden dor ’s nachts kernen en de kupen spoelen en o ze gingen gon kijken, ’t wos stille.
Beschrijving
Op een boerderij in Ledegem waren twee poorten. Als een dier met gespleten hoeven langs één van die poorten naar binnen ging, viel het dood. 's Nachts hoorde men geluiden alsof er boter werd gekarnd en kuipen werden gespoeld.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (vrijbos)
52C
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Gits   
Plaats van Handelen
Ledegem