Hoofdtekst
Juultje Coecke had ’t wilde vuur. Dat is heel rare, dat zijn allemale porren. De dokteur hielp niet. D’r zat daar lijk meer achter. Zijne zone had bij ne paster uit ’t blote geweest. Die paster kwam dat aflezen en hij had bijna geen zeer ne meer.
Beschrijving
Een jongen die het 'wild vuur' (tetanos?) had, kon niet door de dokter geholpen worden. Nadat de jongen door de pastoor was overlezen, genas hij.
Bron
W. Van Houcke, Leuven, 1970
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (houtland)
577
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Koekelare