Hoofdtekst
Vroeger liep-t-er in Kaster altijd ’n spook rond ’s nachts, in de gedaante van ’n hond; ze noemden hem "Klinkaard". En hij rammelde met zijn keties. En ge koste hem van verre horen komen. En de mensen waren vervaard om ’s nachts op strate te gaan want hij liep iedere nacht rond.En ‘k heb ‘ne keer horen vertellen van een die hem gezien heeft, dat hij rondliep met ’n tuite (fopspeen) van ’n kind in zijn muile. En hij was zo gevaarlijk omdat hij hem groot en kleine koste maken. Ja, hij koste hem zo kleine maken dat hij overal binnen koste. En als hij iemand aanviel, maakte hij hem groot.Maar meer weet ik er niet van te vertellen zulle, want de mensen liepen zere weg als ze hem hoorden afkomen.
Onderwerp
SINSAG 0333 - Spuktier erschreckt Wanderer (und begleitet ihn).   
SINSAG 0361 - Spuktier, das immer grösser wird, erschreckt Mann.
  
Beschrijving
In Kaster liep 's nachts altijd een spook in de gedaante van een hond rond. Dat spook werd 'Klinkaard' genoemd. Omdat de hond de hele tijd met zijn kettingen rammelde, kon men hem van ver horen aankomen. De mensen durfden 's nachts niet meer buiten te komen uit angst om die hond te zien. Een man beweerde dat hij de hond op een nacht had zien lopen met de fopspeen van een kind in zijn muil. De hond kon zichzelf heel klein maken zodat hij overal binnen geraakte. Wanneer hij iemand aanviel, maakte hij zich heel groot.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (tussen schelde en leie)
174
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Klinkaard (Kaster)   
Klinkaard   
Naam Locatie in Tekst
Kaster   
Plaats van Handelen
Kaster