Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

MDREE0373_0373_2759 - Weerwolf komt zijn vel halen en wordt herkend door zijn meisje

Een sage (mondeling), 1967

Hoofdtekst

Ene weerwolef van Sluizen werekte in de put (= kolenmijn). Ene keer had er hem doodgere(d)en op zij(n) pjaad (= paard) van Luik af, en toen vloogter het bakkes (= bakhuis) in voor zij(n) vel uit te halen. Zijn uur was doa dat er moes(t) weerwolef spelen. En toen kwamter met zij metske (= meisje), ze gingen wandelen en he zei tegen haar dat ze effekens moes(t) op hem wachten. Mè terwijl kwam een bees(t) op haar aan en zij gooide hare maalplag (= zakdoek) t' rop. E beetsje ternoa kwam hare jong(en) terug bij haar, en toen zag ze dat er vetse (= vezels) in zijn taan (= tanden) hangen had van hare maalplag.

Onderwerp

SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.    SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.   

Beschrijving

Een man uit Sluizen werkte in de steenkoolmijn in Luik. Omdat de man voelde dat hij in een weerwolf moest veranderen, haastte hij zich snel naar huis om zijn dierenvel te halen. Toen de man met zijn vriendin ging wandelen, vroeg hij haar om eventjes op hem te wachten. Ondertussen schrok het meisje bij het zien van een beest dat op haar af kwam. Het meisje gooide snel haar zakdoek naar de muil van het dier. Even later kwam de vriend van het meisje terug. Tot haar grote ontzetting zag het meisje dat hij de vezels van haar zakdoek nog tussen zijn tanden had.

Bron

M. Dreezen, Leuven, 1967

Commentaar

1.6 Weerwolven
limburgs (tongeren en omstreken)
1008
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Mal    Mal   

Plaats van Handelen

Sluizen    Sluizen   

Luik    Luik