Hoofdtekst
Beschrijving
Een vrouw had een kindje dat voor haar huwelijk was geboren. Toen het kind zes maanden oud was, zag het er slechter uit dan een pasgeboren kind. De dokter wist geen raad, maar de koster vroeg de pastoor een keer naar het kind te gaan kijken. De geestelijke bleef een kwartier alleen met het kind. Daarna mocht iedereen weer binnenkomen en zei de pastoor: “Het zal nu wel beteren”. Veertien dagen later zag het kind er al veel gezonder uit.
Bron
W. Van Hoof, Leuven, 1963
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps (heist-op-den-berg en omgeving)
386
Zus van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Wiekevorst