Hoofdtekst
Dat was een groes, hein, en doa kwam altijd een höske (= haasje), bijzonder 's avonds. Toen hadden de mannen van vroeger jaren gezegd 'we gaan moreges dat höske eens vangen' hein! en ze zatten hun (= zetten zich) in ene ring (= kring), en dat waren vroeger allemaal grote manner (= mannen), hein, en die heel families van hier boven en van dat geleeg (= boerderij) hier en van hoger op en die mannen allemaal, hein, en ze gingen rond het höske zitten in ene ring, dat het höske nie uitkon. Ze dachten, hein, 'we gaan dat eens vangen deze keer!' en ze zaten rond het höske en op ene wip was het uit! Dat was iet wei een heks, hein! dat was iets koots, hein! En ze hebben het dek (= dikwijls) gedaan, mè ze konden het nie vangen.
Onderwerp
SINSAG 0592 - Hexentier kann nicht getroffen werden
  
Beschrijving
Enkele mannen hadden al vaak geprobeerd een haasje te vangen. Hoewel ze in een kring rond het haasje gingen zitten, wist het dier toch altijd te ontsnappen. Die haas moest een heks zijn geweest.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (tongeren en omstreken)
770
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Millen