Hoofdtekst
’t Was daar een vrouwmens en ze ging gaan werken en ze vond drie keer ’t zelfste endeke toebak en ze smeet het iedere keer in de Meulewal ip Wijnendale an da busselke en den derde keer zei die waterduivel an de Meulewal: "Lap m’n broek." En ze maakte heur dul en ze zei: "Lapt gadomme m’n gat" en ze wierd in ’t water gesnokt en ondergedompeld totdat ze bijkans geen asem nie meer had en ton wierd ze d’r nere gezet. En ‘k hè da vrouwmens goed gekend.
Beschrijving
Een vrouw die naar haar werk ging, vond driemaal eenzelfde stukje tabak en gooide het telkens in de Meulenwal. De derde keer hoorde de vrouw een waterduivel zeggen: "Lap mijn broek". De vrouw werd boos en antwoordde: "Lap verdomme mijn gat!" Daarop werd de vrouw in het water gegooid en ondergedompeld tot ze bijna niet meer kon ademen. Daarna werd de vrouw weer op de grond gezet.
Bron
P. Vandewalle, Leuven, 1968
Commentaar
1.1 Watergeesten
west-vlaams (o van houtland)
26
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Meulenwal   
Naam Locatie in Tekst
Lichtervelde   
Plaats van Handelen
Meulenwal