Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

MNIJS0076_0076_18938

Een sage (mondeling), 1969

Hoofdtekst

Klètje rakelde heur wegeltje. Droeksje kwam verbie en je vroegt ie an Klètje: "Mo Klètje, worom rakel je gie toch olle dage je wegeltje?" Klètje zei: "’t Komt hier ollen avond ’n hoend verbie, en dat is Droeksjes ’n hoend.""Be nin’t, Klètje", zei Droeksje. "Doeksjes ’n hoend en è gin potjes." Met andere woorden, dien hoend was Droeksje zelve!

Onderwerp

SINSAG 0697 - Seele in Tiergestalt.    SINSAG 0697 - Seele in Tiergestalt.   

Beschrijving

Een vrouw die haar weggetje iedere dag harkte, kwam een tovenaar tegen, die vroeg: "Maar waarom doe je dat toch altijd?" De vrouw antwoordde: "Iedere avond komt de hond van de tovenaar hier voorbij". De tovenaar antwoordde: "Maar neen, de hond van de tovenaar heeft geen pootjes". De hond was de tovenaar zelf!

Bron

M.-R. Nijsters, Leuven, 1969

Commentaar

2.2 Tovenaars
west-vlaams (nw van houtland)
12.1
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Ettelgem    Ettelgem