Hoofdtekst
Vader ging ‘ne keer gaan wandelen met Gustie van langs de deure.Ze zagen daar ‘nen haze lopen. "Gustie", zegt mijn vader, "hadde ‘k nu ’n gewere mee gehad, ‘k zou hem doodgeschoten hebben." Mijn vader was vroeger ‘ne goede pensejager geweest. "Ja", zegt Gustie, "’t dinkt me dat ’t zuk ‘ne raren is", zegt ie, "’t is lijk genen haze, ’t is lijk zuk ‘ne raren!" En hij liep-t-er naartoe, en met er naartoe te lopen, viel-t-ter op die plekke ’n klaarte. En Gustie slaat in die klaarte met ’n wisse. En ze liepen weg. En hoe meer dat ze liepen, hoe meer dat ’t grolde achter ulder. En de klaarte kwam altijd dichter. En als ze thuis kwamen, durfden ze niet meer buiten gaan dat ’t zo lelijk deed rond ’t huis. En ’t was al klaarte. En ze zijn zere gaan slapen. En ’s anderdaags was de klaarte weg.
Onderwerp
SINSAG 0333 - Spuktier erschreckt Wanderer (und begleitet ihn).   
SINSAG 0331 - Spuktier kann nicht getroffen (gefangen) werden
  
Beschrijving
Een man die samen met zijn buurman aan het wandelen was, zag plots een haas lopen en zei: "Als ik nu mijn geweer had, dan zou ik die haas wel neerschieten!" De buurman geloofde echter dat het geen gewone haas was. Hij liep naar het dier toe en bevond zich plots in een vreemd lichtschijnsel. Beide mannen liepen bang naar huis. Onderweg werden ze gevolgd door het lichtschijnsel en toen ze thuis waren, was het huis helemaal omgeven door licht.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (tussen schelde en leie)
181
Vader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Tiegem