Hoofdtekst
Beschrijving
Twee jongens die terugkwamen van de kermis in Buggenhout, zagen bij de kapel in het bos een mooie dame met een hoed staan. Omdat de jongens al een glas hadden gedronken, waren ze niet bang en stapten naar de dame toe. Ze namen haar hoed af en liepen dan snel naar huis. Toen de jongens in hun bed lagen, konden ze geen oog dichtdoen. Ze werden namelijk voortdurend geplaagd en omhoog gegooid. Toen die plagerij al drie nachten had geduurd, gingen de jongens naar de paters van Dendermonde. De paters gaven de jongens de raad om die hoed terug te brengen naar Buggenhoutbos. Ze moesten echter een kind meenemen, want anders zou er iets ergs met hen kunnen gebeuren. De jongens deden wat de paters hen hadden aangeraden. In het bos sprak de dame tot hen: "Het is goed dat je een kind hebt meegebracht, want anders zou er wel iets gebeurd zijn!" Daarna hebben de jongens nooit meer zulke streken durven uithalen.
Bron
N. Coremans, Leuven, 1977
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
brabants (noord-west)
124V
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Dendermonde (paters van)   
paters van Dendermonde   
Naam Locatie in Tekst
Merchtem   
Plaats van Handelen
Dendermonde   
Buggenhoutbos   
Buggenhout