Hoofdtekst
Het zoontje van Kees Kerstens had een bolleke van Pita Van Ginderen aangepakt en 's nachts was dat jongeske kwijt. Wij hebben overal wisten zoeken, en toch gevonden. Maar dat kost niet roepen. 't Wou overal onder den pinnekensdraad lopen. Maar 't kon niet weg. 's Avonds vroegen wij: "Waar zijde geweest?" "'k Weet niet." "Hebde gij soms iet aangepakt?" "Ja, ik heb nen muntebol gekregen van Pita Van Ginderen." Toen wisten ze het wel.
Beschrijving
Een man die een snoepje van een vrouw had aanvaard, was de volgende nacht vermist. Uiteindelijk heeft men het kind toch teruggevonden. Het wilde onder de prikkeldraad door kruipen.
Bron
R. Aertsen, Leuven, 1953
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps (noorden van de antwerpse kempen)
138
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Essen