Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

MVAND0128_0128_33166

Een sage (mondeling), 1964

Hoofdtekst

T’er was een vrouwe die haar kind alle dagen ten twelf uren van de nacht azo wreed begost te schreien. En ze hadden al bij den doctoor geweest en zij en kosten dat kind niet helpen en dan zijn ze bij de paters geweest en de die zeien: “Dat kind krijgt alle dagen iet van een vrouw.” En dat kind was in een “crèche” omdat ze alle twee gingen werken. “Van den avond zult ge in de vloer iet vinden”, zei de pater. En ’s avonds lag ne vis op de vloer; en de pater had gezeid: “aske iete vindt moet je ’t oppakken en in de stoof werpen.” En daarmee paktegen ze diëne vis op en ze wierpen hem in ’t stoof, en daarmee was ’t gedaan. En ’s anderdaags ging dat kind were en ze kwamen weer die vrouwe tegen die alle dagen iet gaf. “’t Zijt ’t gij die ’t mij gelapt hebt”, zei ze.

Onderwerp

SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste    SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   

Beschrijving

Een moeder wiens kind iedere nacht om twaalf uur luid begon te huilen, had tevergeefs de dokter geraadpleegd. Daarna ging de vrouw naar de paters, die zeiden: “Het kind krijgt iedere dag iets van een vrouw. Vanavond zal je iets op de vloer vinden. Je moet dat in de kachel gooien”. De moeder bracht haar kind dagelijks naar een kinderdagverblijf. Op een avond vond ze inderdaad een vis op de grond. Ze gooide de vis in de kachel, zoals de pater had gezegd. De volgende dag kwam de moeder de vrouw tegen, die haar kind had betoverd. De moeder sprak tot haar: “Jij bent het, die mij dat heeft gelapt”.

Bron

M. Van Der Linden, Leuven, 1964

Commentaar

2.1 Heksen
oost-vlaams (denderstreek)
318
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Idegem    Idegem