Hoofdtekst
Mijne pa gong 's mirres ('s morgens) met de knecht den oogst binden rond een uur of vier. De knecht zat neven hem op de kar en in ene keer zegt er: 'Gjot houd dech vast.' Pa bezag hem en zegt tegen hem jong 'Wat hebste jong?' - 'Hebste die drei begijnen do niet gezien do boven de canadas. Het woren drei witte begijnen en er had zijn heel leven daaraan geloofd.
Onderwerp
SINSAG 0310F   
Beschrijving
Een man reed 's ochtends samen met zijn knecht naar het veld. Opeens zei de knecht: "Moge God je vasthouden", waarop de man vroeg: "Wat is er met jou aan de hand?" Daarop zei de knecht: "Heb jij daarnet boven de canadabomen die drie witte begijnen niet gezien?"
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (bilzen)
168
Vader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Vlijtingen