Hoofdtekst
Man weet of andere al dan niet met meisje naar huis zal gaan.Ik ging met Fik naar vastenavondmarkt. We stappen daar een café binnen voor een pint te pakken. Daar zitten daar twee mannen. Welle gaan daarbij zitten. Daar komt een jongen binnen met een meiske. "Hij gaat daar 't avond niet mee naar huis", zei die ene. Ik zeg: "Allee gij!" We klapten voort over van alles. Ik zeg tegen Fik: "We gaan maar naar de markt hè." Die mannen gingen mee. "Gij gaat met een meiske mee naar huis," zei die ene tegen mij. "En gij niet", zei hij tegen Fik. Ik zei: "Neen 't gij, dat is niet waar." Awel, daar op de markt zien ik een meiske dat ik ken. Ik zeg: "Allee, dat is dikke Schellens." En ik ben daarmee naar huis gegaan. Die wist dat.
Beschrijving
Twee mannen gingen op vastenavond naar de markt. De mannen gingen bij twee vreemden zitten. Toen in het café een jongen met zijn vriendin binnenkwam, sprak één van de vreemden: "Die jongen gaat vanavond niet mee naar huis". Tot de twee mannen sprak hij: "Jij gaat vanavond met een meisje naar huis, maar je vriend niet". Zo was het ook.
Bron
B. Van Grieken, Leuven, 1965
Commentaar
2.2 Tovenaars
antwerps (westerlo en omgeving)
659
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Oevel