Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

WJACK0157_0157_5643 - De schat maakt de man schatrijk en verlost de begijn

Een sage (mondeling), 1958

Hoofdtekst

Een oud manneke goeng negen dagen bidden aan de kapel en den derde dag, wei ter (hij) koem, koem do een begijn en die stak ene sleutel op hem uit, ene gouden sleutel. En hij naar de pastoor. Die zei: ''t kan toch geen kwaad zijn.' Er goeng terug en er zag ze weer en ze zei: 'Nu volgt ge mich. Ich heb al 150 jaar moeten terugkomen' en toen zei ze nog: 'Ich heb het goudgeld in ene kelder staan en dat nooit meer kunnen aanwijzen. Ge moogt geen stukske laten liggen.' En de man heeft gedragen tot de morgen. Er was schatrijk geworden.

Onderwerp

SINSAG 0401 - Der verborgene Schatz.    SINSAG 0401 - Der verborgene Schatz.   

Beschrijving

Een oude man ging negen dagen bidden bij de kapel. Op de derde dag zag de man een begijn aankomen, die een gouden sleutel in haar hand had. Nadat de oude man alles aan de pastoor had verteld, vond hij de moed om terug naar de kapel te gaan. Daar stond de begijn weer, die sprak: "Nu moet je mij volgen. Ik heb hier al honderdvijftig jaar rondgedwaald, maar nooit heb ik de kans gekregen om het geld dat in de kelder verborgen ligt, aan iemand te tonen. Je mag geen enkel muntstukje laten liggen". De man ging schatrijk naar huis.

Bron

W. Jackers, Leuven, 1958

Commentaar

1.4 Luchtgeesten
limburgs (bilzen)
190
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Hoeselt    Hoeselt