Hoofdtekst
30D En toch was er een waarvoor dat ze haar dan waarschuwden. En die had in de pruimentijd, die was pruimen gaan rapen. En die had, toen hadden ze zo’n voorschoten aan, vanachter gebonden. En dat was dat ze zo bijeen hielden en die deed daar pruimen in. En dan ons moeder was in verwachting en de mensen zeiden daar tegen: "Durf jij daar van eten, van die pruimen?" "Ja, waarom niet," zei mijn moeder. "Ja maar, dat is een heks." Ja, die is hier ook niet buiten gebleven. En toch steekt dat heiligdom daar onder. Ik geloof er niks van.x Ja.30D Zo iets heb ik dan horen vertellen, vroeger.x Maar voor die mensen zelf was het toch erg, want er waren toch veel mensen die daar schrik van hadden dan.30D Ja, maar dat waren er, die geloofden daar nog in.x Ja.30D En mijn vader ook niet meer. Nee, want die had, en toen was hij nog heel jong, maar mijn vader geloofde daar ook niet meer in, toen daarna.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een meisje dat zwanger was, kreeg pruimen van een vrouw over wie men vertelde dat ze een heks was. "Durf jij van die pruimen te eten?" vroegen de mensen aan het meisje, waarop het meisje antwoordde: "Ja, waarom niet!" Het meisje geloofde niet dat die vrouw een heks was. Het meisje had namelijk een heiligdom onder haar drempel gelegd, maar die zogezegde heks geraakte moeiteloos over de drempel.
Bron
T. Bergen, Leuven, 2003
Commentaar
2.1 Heksen
vlaams-brabants (groot-aarschot)
30D
Moeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Rillaar