Hoofdtekst
Der waren in den tijd veel mensen die niet rechte in ulder schoen liepen. En ‘k heb dat nog geweten dat de paster zei van zijne preekstoel: "Al degenen die de mensen pijnigen en iets kwaads doen, zullen in de kerke blijven!" En als de messe gedaan was gingen de mensen weg en in ’t portaal stonden er drie-vier vrouwmensen en ’t kwaad dat gebeurd was, was van ulder. En de paster heeft dan ’t kwaad van ulder afgepakt en ze zijn toen voortgegaan. Maar alleman kende ulder en alleman was er benauwd van.
Beschrijving
Vroeger bestonden er veel mensen die konden toveren. Op een dag sprak de pastoor van op zijn preekstoel: "Alle mensen die anderen pijnigen en kwaad doen, zullen in de kerk blijven!" Na afloop van de mis bleven drie of vier vrouwen in het kerkportaal staan. De pastoor heeft die vrouwen het kwaad afgenomen, waarna ze naar huis konden. Iedereen had de vrouwen echter wel gezien!
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (tussen schelde en leie)
376
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Avelgem