Hoofdtekst
De voarende vrouwe, da vloog in de lucht, ip ’n bezem zeien de mensen. Ze zeien da vorol oet (vooral als het) ’t woaide of oeter (als er) e grote windstorm was. Da was ton de voarende vrouwe, je zag z’azo zitten in die kroenkelingen van de wind.
Beschrijving
De mensen zeiden dat de varende vrouw tijdens een storm op een bezem door de lucht vloog.
Bron
L. Cumps, Leuven, 1965
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (z van brugge)
70
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Assebroek