Hoofdtekst
Jo want in Vorst do zegde ze vroeger veul as dat er terugkwame zanne. Zoewe was er thuis ook één inne gebure en die heur bene bleve nie bijeen en gelak as da vroeger gink, jo hadde ze die bijeengebonne, allee jo ze hadde die bijeengebonne mee stroeweihalme. En nu zei do een vreumens uit de gebure, jo zei ze die is teruggekome want ik hem ze goe genoeg gezien want ze had heur bene bijeengebonne.
Onderwerp
SINSAG 0450 - Andere Tote spuken.   
Beschrijving
In Vorst woonde een gehandicapte vrouw wiens benen men met strohalmen had bijeengebonden. De vrouw is na haar dood teruggekomen.
Bron
M. Vankerkhoven, Leuven, 1964
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
antwerps (grensgebied kempen-hageland)
248
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Vorst   
Plaats van Handelen
Vorst