Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

CJ019903

Een mop (mondeling), zaterdag 10 juni 1967

Hoofdtekst

Der wie us in fékoopman, dy syn wiif wie great mei oaren. De buorlju makken de fékoopman dêr yndachtich op, mar hy woe 't net leauwe.
Mar hy kocht dêrom àl in papegaei, in djûren-ien, mar in baes yn 't praten.
Doe't er de moarns fuort soe, sei er tsjin it beest: "Nou mastû der hjoed goed oppasse hwat der yn 'e hûs gebeurt, en it my joun fortelle."
Doe't er de jouns thús kom en iten en dronken hie, gong er nei de papegaei ta en sei:
"Papegaaitje, zwijg nu niet.
Wat is er vandaag in mijn huis geschied?"
De papegaei antwurde:
"Hij was een grote zwarte vent,
hij was mij onbekend.
Maar zodra de deur ging open
sprong hij met de vrouw van bed.
Hij is in de schouw gekropen,
want daar heb ik op gelet.
Rug en gat was hem blauw en plat,
zo hingen de broeken om zijn gat."

Beschrijving

Een veekoopman koopt een papegaai zodat het dier zijn vermeend overspelige vrouw in de gaten kan houden. Als hij het dier vraagt 'Papegaaitje, zwijg nu niet, wat is er vandaag in mijn huis geschied?', antwoordt het: 'Hij was een grote zwarte vent, hij was mij onbekend. Maar zodra de deur ging open sprong hij met de vrouw van bed. Hij is in de schouw gekropen, want daar heb ik op gelet. Rug en gat was hem blauw en plat, zo hingen de broeken om zijn gat'.

Bron

Collectie Jaarsma, verslag 199, verhaal 3 (archief MI)

Commentaar

10 juni 1967

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21