Hoofdtekst
Door de duivels bezetene gered.Daar was enen die wreed van ’t kwaad bezeten was en ie gaf hem overe. En ze kwamen der mee in de kerke, su de paster kwam er bij en diene vent wierd opg’heft tot tegen de plafond.“Veurzichtig”, zei ’t ie, de pastere, - ze mosten (n) nie beneênklippelen of ie was dood newaar.As dat a’maal gedaan was, z’en koesten der nie meer aan, da was vrij.
Beschrijving
Een man die door het kwaad was bezeten, werd door enkele mensen naar de kerk gebracht. Toen de pastoor bij de man kwam, zag hij dat deze tot tegen het plafond werd opgetild. Men moest de man voorzichtig naar beneden halen, want anders zou hij doodvallen.
Bron
R. De Geeter, Gent, 1952
Commentaar
3.1 Duivels
oost-vlaams (zuiden)
219
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Maarke-Kerkem