Hoofdtekst
Mijne nonkel heeft eens in de wei gezeten bij de weduwe. En er woor een paar appelen gaan pakken, wei (gelijk) ze vroeger dat al eens deden en aan het gat waar hij doorkroop hield de weerwolf hem tegen en er kon niet uit. Dat is echt. Er heeft moeten blijven tot 's morgens.
Beschrijving
Een man ging 's nachts in een weide van een weduwe stiekem wat appelen stelen. Toen de man wilde terugkeren langs een gat in de omheining, werd hij echter tegengehouden door een weerwolf. Daardoor moest de man tot 's ochtends in de weide blijven.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
1.6 Weerwolven
limburgs (bilzen)
104
Oom van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Veldwezelt