Hoofdtekst
d’alvermenneks kôme wasse; en ge moes eite zette; en iens da ze ôn ’t werke wôre, kame de minse zien; en d’alvermennekes zeide: "Dô is een kôrs böten", en ze blôzden en die minsen hadden hun oegen öt.
Onderwerp
SINSAG 0063 - Die hilfsbereiten Zwerge arbeiten in der Nacht für die Menschen für Nahrungsmittel (Tabak, Geld)   
SINSAG 0065 - Zwerge wollen nicht belauert werden   
Beschrijving
De alvermannetjes kwamen bij de mensen de was doen in ruil voor voedsel. Als de alvermannetjes merkten dat ze bespied werden, zeiden ze: "Buiten brandt een kaars". Daarna bliezen de dwergjes de nieuwsgierige de ogen uit.
Bron
A. Abeels, Leuven, 1965
Commentaar
1.2 Aardgeesten
limburgs (sint-truiden)
19
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Groot-Gelmen