Hoofdtekst
Mijn vader heeft dat nog verteld dat ze een keer naar huis kwamen van nulder werk, mijn moeder z’is jong dood, en al naar huis kommen: “Maar”, zei ze, “wuk (wat) is dat die ossan langs nus komt, leg een keer j’n hand derop, ’t is een hond en ’t is van leer”.
Beschrijving
Een man en een vrouw kwamen op een avond terug van hun werk, toen ze een vreemde gestalte zagen voorbijlopen. Toen de man de gestalte aanraakte, meende hij een lederen hond te kunnen voelen.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (franse grens)
105
Ouders van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Houtkerke