Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

LINSSEN001501

Een sage (mondeling), woensdag 12 september 1962

Hoofdtekst

De vier gebroeders. Tot het jaar 1945, het jaar der bevrijding van ons land, stond aan de Biermansstraat een kruis. Vier eeuwenoude lindebomen ter plaatse genaamd: "De vier gebroeders", stonden er rondom. Bij de aftocht der Duitsers werden deze "gesprengt".
Hoe de vier linden aan die naam kwamen blijkt uit de volgende geschiedenis.
Enkele eeuwen geleden had de toenmalige Heer van Dalenbroek een huwbare dochter. In de bijbehorende eigendommen en bossen van Dalenbroek hield zich een hert op; een veertien-ender. De Heer van Dalenbroek zou een jachtpartij organiseren, waarop alle huwbare edellieden uit de wijde omtrek werden uitgenodigd. Degene die de veertien-ender zou schieten, mocht aanspraak maken op de hand van de dochter.
Al in de ochtend was de jachtstoet uitgetrokken en in de late namiddag was de veertien-ender nog niet geschoten. De Heer van Dalenbroek werd woedend en dacht dat de stropers de veertien-ender hadden buitgemaakt.
En werkelijk; eer de avond viel vond men op een open plaats in het bos het gewei van de veertien-ender.
Wat was echter het geval geweest? In het aangrenzende Elmpter bos huisde nog een veertien-ender. In de bronstijd ontstonden er gevechten tussen hertenbokken die elkaar ontmoetten en ze vochten zo lang tot er een het onderspit moest delven. Dit was ook hier het geval geweest. Men vond nog slechts het gewei.
Zoals gezegd kregen echter de stropers de schuld. De Heer van Dalenbroek gaf bevel alle huizen te doorzoeken of men soms nog op het spoor kon komen, wie de schuldige was. Zelfs het klooster van de paters werd doorzocht. Niet was te vinden. Het onderzoek moest en zou echter resultaat opleveren!
Nabij de "Duvelskoel" op een afgelegen boerderij woonde een weduwe. Zij had vier zoons, allen flinke sterke kerels, van onbesproken gedrag. Bij deze eenzame boerderij ontdekten de speurders opeens de boerderijhond, die met een hertenpoot in zijn bek rondliep.
Voor de Heer van Dalenbroek was het bewijs geleverd. De vier zoons waren de schuldigen. Gekluisterd werden zij gevoerd naar de kerker van Dalenbroek. Daar werden ze op de pijnbank gelegd, doch geen bekentenis kwam over hun lippen.
De abt van het klooster wilde nog bemiddelen en genade afsmeken: het mocht niet baten. De "schuldigen" werden veroordeeld tot de galg. Op de Houtmarkt, zoals het ter plaatse heette werden vier galgen opgericht. De abt wilde nog een laatste poging aanwenden om het leven van de vier jonge mannen te redden. Hij viel de Heer van Dalenbroek te voet en smeekte om genade. Toen dit niet baatte. sprak de abt vol afschuw en dreiging:
"Gij offert vier jongens als een beest.
Zoals gij, is nooit een beest geweest,
Uw boosheid is groot, van berouw geeft
gij geen blijk. Eer het avond is zijt gij
een lijk".
De Heer reed weg naar zijn kasteel. Plotseling zag hij in de bossen een aantal herten en in het midden daarvan richtte zich hoog boven de anderen uit de veertien.ender op. Zijn paard schrok en steigerde, de teugel brak, de Heer van Dalenbroek viel zijwaarts van zijn paard en bleef met één voet hangen in de stijgbeugel.
Het paard sloeg op hol en sleepte zijn berijder mee, rende naar zijn stal. Onherkenbaar verminkt kwam hij terug op zijn kasteel. De doggen kwamen en likten zijn bloed.
Geen mens weet waar hij is begraven. De vier jongens, die aan de galg waren gestorven, werden begraven en op ieder graf werd een lindeboom geplant. De freule, de jonge gravin, liet in het midden daarvan een kruis plaatsen. Zij zelf heeft zich uit de wereld terug getrokken en is ingetreden bij de trappistinnen in Daelheim.
De plaats waar de lindebomen hebben gestaan en waar tot heden ten dagen nog een kruis staat, draagt nog altijd de naam van "De vier gebroeders".

P.S.
De heer Bronneberg heeft deze verhalen vernomen van de oude "meester" Goldschmitz [Willem Goldschmitz 1830-1884], een gepensioneerd onderwijzer van de Heer Frans van Birgelen van de Meulenberg, die op het kasteel Dalenbroek was opgegroeid, van Frans Biermans, een man met een stalen geheugen en van Driekske Roumen. Geen van deze vier personen is nog in leven. Driekske Roumen, overleden in de "vijftiger jaren" is de laatst gestorven van het viertal.

Onderwerp

TM 2601 - Hoe het dorp (de stad, heuvel, straat, een plek of het stuk land) aan z'n naam is gekomen    TM 2601 - Hoe het dorp (de stad, heuvel, straat, een plek of het stuk land) aan z'n naam is gekomen   

Beschrijving

Ontstaan van naam van vier lindebomen rondom een kruis.

Bron

Collectie Linssen, verslag 15, verhaal 1 (Archief Meertens Instituut)

Naam Overig in Tekst

Biermansstraat    Biermansstraat   

De vier gebroeders    De vier gebroeders   

van Dalenbroek    van Dalenbroek   

Duvelskoel    Duvelskoel   

Plaats van Handelen

Herckenbosch    Herckenbosch