Hoofdtekst
Kabouters: Deze hielden zich op in Aasterberg en in"Doort" een bosrijke omgeving nabij Hoeve De Horst. Als ze de weg niet wisten, probeerden ze de omtrek te overzien door op een molshoop gaan te staan. De kabouters gingen soms in de huizen kijken, wat de mensen gekookt hadden en wilden daarvan mee profiteren. Een vrouw uit Pey wilde de kabouters eens foppen. In plaats van vlees deed ze oude schoenlappen in de ketel. Toen de nieuwsgierige kabouter het deksel oplichtte , zei hij het volgende: (zoiets had hij nog nooit meegemaakt)
"ik ben zo oud
Als het Echterwoud,
Driemaal gehouwen en driemaal gesnouwen (gesnoeid)
en wederom opgewassen
tot molenassen."
"ik ben zo oud
Als het Echterwoud,
Driemaal gehouwen en driemaal gesnouwen (gesnoeid)
en wederom opgewassen
tot molenassen."
Onderwerp
SINSAG 0066 - Die zähe "fikkefak"   
Beschrijving
Woonplaats kabouters; staan op molshoop om ver te kunnen kijken; opzegvers bij zien van schoenlappen in eten.
Bron
Collectie Linssen, verslag 103, verhaal 1 (Archief Meertens Instituut)
Naam Overig in Tekst
Aasterberg   
Doort   
De Horst   
Echterwoud   
Naam Locatie in Tekst
Pey   
Plaats van Handelen
Echt