Hoofdtekst
VERHALEN UIT HET HULSTERLAND.
"Nou meneer, zet je er maar eens even goed voor, want ik ben nu echt blij, dat ik er eens iemand over kan vertellen, die er zoveel belang in stelt", zo begint Jo de Rechter, die op "het Jagertje" woont, een gehucht op 20 minuten afstand van de oude veste Hulst.
EEN GEHEIMZINNIGE BRAND.
In de stad Hulst stond omstreeks 1890 in de Overdamstraat een boerderij va n den ouden Boel, helemaal tegen de Westelijke wal aangedrukt, want Hulst was eeuwenlang een veste en heeft tot nog toe zijn wallen ongerept weten te bewaren. Nu nog woont op dezelfde plaats een kleinzoon van Boel.
Al eens eerder was daar een brandje geweest, dat men eigenlijk niet wist te verklaren en geen grote gevolgen had.
Tot een jaar of twee later op een avond alweer brand uitbrak in dezelfde boerderij. Eigenaardig genoeg bleek de brand niet naar boven in de schuur uit te breiden, hoewel er wind genoeg was. De brandweer, alles toen nog met handspuiten uitgerust, was er vlug genoeg bij, maar hoe ze ook pompten en spoten, ze konden de kleine blauwe dansende vlammen maar niet geblust krijgen!
Ten einde raad wordt de Pastoor erbij gehaald. Deze gaat geheel alleen kort bij de brandhaard op de knieën zitten bidden, terwijl men ophoudt met spuiten. En zie, de wind valt weg, maar nog groter wonder….de vlammen verdwijnen geleidelijk en doven geheel uit.
De volksmond sprak destijds over "de Kwade Hand", maar hoe t ook zij meneer, in orde was het daar niet!
En hiermede is deRechter dan voorlopig aan het einde gekomen van zijn wonderlijke verhalen, al kreeg ik de indruk dat hij nog lang niet "leeg" is. Maar dat zal dan misschien later nog wel blijken!
"Nou meneer, zet je er maar eens even goed voor, want ik ben nu echt blij, dat ik er eens iemand over kan vertellen, die er zoveel belang in stelt", zo begint Jo de Rechter, die op "het Jagertje" woont, een gehucht op 20 minuten afstand van de oude veste Hulst.
EEN GEHEIMZINNIGE BRAND.
In de stad Hulst stond omstreeks 1890 in de Overdamstraat een boerderij va n den ouden Boel, helemaal tegen de Westelijke wal aangedrukt, want Hulst was eeuwenlang een veste en heeft tot nog toe zijn wallen ongerept weten te bewaren. Nu nog woont op dezelfde plaats een kleinzoon van Boel.
Al eens eerder was daar een brandje geweest, dat men eigenlijk niet wist te verklaren en geen grote gevolgen had.
Tot een jaar of twee later op een avond alweer brand uitbrak in dezelfde boerderij. Eigenaardig genoeg bleek de brand niet naar boven in de schuur uit te breiden, hoewel er wind genoeg was. De brandweer, alles toen nog met handspuiten uitgerust, was er vlug genoeg bij, maar hoe ze ook pompten en spoten, ze konden de kleine blauwe dansende vlammen maar niet geblust krijgen!
Ten einde raad wordt de Pastoor erbij gehaald. Deze gaat geheel alleen kort bij de brandhaard op de knieën zitten bidden, terwijl men ophoudt met spuiten. En zie, de wind valt weg, maar nog groter wonder….de vlammen verdwijnen geleidelijk en doven geheel uit.
De volksmond sprak destijds over "de Kwade Hand", maar hoe t ook zij meneer, in orde was het daar niet!
En hiermede is deRechter dan voorlopig aan het einde gekomen van zijn wonderlijke verhalen, al kreeg ik de indruk dat hij nog lang niet "leeg" is. Maar dat zal dan misschien later nog wel blijken!
Onderwerp
TM 3116 - Persoon kan de wind draaien   
TM 3117 - De kwade hand (het boze oog)   
Beschrijving
Pastoor laat wind wegvallen waardoor brand stopt.
Bron
Collectie De Vries, verslag 5, verhaal 6 (Archief Meertens Instituut)
Naam Overig in Tekst
Overdamstraat   
Boel   
Naam Locatie in Tekst
Hulst   
Plaats van Handelen
Hulst