Hoofdtekst
EEN BIJZONDERE GAVE.
U moest eens even aanlopen bij de "Ouwe Coralie", zegt me een kennis in Axel; ze woont in een klein huisje hier op de Markt en ze zou U misschien wel wat vreemde verhalen kunnen vertellen.
Coralie staat in Axel bekend als iemand, die af en toe bepaalde "verschijningen" heeft. Geintroduceerd door een familielid die haar goed kent, word ik dan na wat aarzeling binnengelaten. Bij het sluiten van de voordeur en het betreden van de kleine voorkamer stap ik tegelijk de laatste jaren van de vorige eeuw binnen!
Een zware lucht als van petroleumgas, misschien ook wel veroorzaakt door enig soort verdelgingsmiddel tegen mot of ander ongedierte, doordringt me als het ware en als het niet was dat "Coralie", zo zal ik Mevr. de Wed. Mattelé maar blijven noemen, me straks onuitsprekelijk gaat boeien zou ik maar het liefst dadelijk weer de frisse buitenlucht zijn gaan opzoeken.
Meubilair - oud en vervallen - op de smalle schoorsteen onder grote glazen stolpen, Christus- en Heiligenbeelden. Coralie, 81 jaar oud, eveneens vervallen, maar dan alleen maar naar het uiterlijk, want als ze haar eerste wantrouwen te boven is, blijkt ze over een buitengewoon heldere geest te beschikken.
"Ge zijt toch niet van de krant, meneer?", zo begint ze, "want dan zou ik U liever niets vertellen."
Hierover gerustgesteld en ingelicht over het doel van mijn komst, heb ik voorlopig alleen maar te luisteren en dat nog wel met stijgende verbazing over wat ze me vertelt en de wijze waarop ze dat doet:
"De mensen hier, in Axel, weten het wel, meneer, dat ik soms dingen zie die er voor anderen niet zijn. Ik zou niet kunnen zeggen hoe dat komt, ik zit er niet aan te denken, maar opeens moet ik het zien, ook al zou ik het niet willen! 'k Heb het er soms heel moeilijk mee, maar ik kan me er niet tegen verzetten. 't Moet wel een gave zijn, zeggen ze, maar ik kan het niet verklaren.
Het begon bij mij al vroeg, als meisje van 6 of 7 jaar. Moeder had toen een kindje gekregen, mijn broertje Oscar. Het was en bleef maar sukkelen met het ventje. Als moeder het op de schoot nam zag je, dat het kwijnde. Ik hield veel van mijn broertje, dat nu 6 maanden oud was en ik was heel bang, dat het ventje zou sterven. Op een avond, dat ik naar bed was gegaan, kon ik snachts niet in slaap komen. We sliepen allemaal in één vertrek en moeder zei tegen vader: "Toe, neemt gij Coralie (dat was ik) eens op Uw arm, ik weet niet wat dat kind heeft."
"waarom gaat ge niet slapen," vraagt moeder.
En half schreiend vertel ik haar, dat ik maar steeds eenzelfde beeld voor mij zie.
"Wat ziet ge dan?", vraagt moeder. "Ik zie in mijn armen een grote bos zwarte rooskes, en in 't wiegske, waarin broertje ligt, zie ik een lam (Het Onschuldig Lam!) liggen met een blauw strikje de hals en een colliertje met een medaille er aan, zoals de kinderkens dragen, en het beeld wil maar niet van mij heengaan."
Moeder zegt: "Toe kind, ga slapen, ge zijt een echte dromer!"
En ze had wel reden dit te zeggen, want reeds eerder had ik haar over zulk soort van mijn dromen verteld.
Maar den volgenden ochtend was mijn broertje gestorven! En U mag geloven dat mij dit de vorige avond door dat "droombeeld" was aangezegd.
U moest eens even aanlopen bij de "Ouwe Coralie", zegt me een kennis in Axel; ze woont in een klein huisje hier op de Markt en ze zou U misschien wel wat vreemde verhalen kunnen vertellen.
Coralie staat in Axel bekend als iemand, die af en toe bepaalde "verschijningen" heeft. Geintroduceerd door een familielid die haar goed kent, word ik dan na wat aarzeling binnengelaten. Bij het sluiten van de voordeur en het betreden van de kleine voorkamer stap ik tegelijk de laatste jaren van de vorige eeuw binnen!
Een zware lucht als van petroleumgas, misschien ook wel veroorzaakt door enig soort verdelgingsmiddel tegen mot of ander ongedierte, doordringt me als het ware en als het niet was dat "Coralie", zo zal ik Mevr. de Wed. Mattelé maar blijven noemen, me straks onuitsprekelijk gaat boeien zou ik maar het liefst dadelijk weer de frisse buitenlucht zijn gaan opzoeken.
Meubilair - oud en vervallen - op de smalle schoorsteen onder grote glazen stolpen, Christus- en Heiligenbeelden. Coralie, 81 jaar oud, eveneens vervallen, maar dan alleen maar naar het uiterlijk, want als ze haar eerste wantrouwen te boven is, blijkt ze over een buitengewoon heldere geest te beschikken.
"Ge zijt toch niet van de krant, meneer?", zo begint ze, "want dan zou ik U liever niets vertellen."
Hierover gerustgesteld en ingelicht over het doel van mijn komst, heb ik voorlopig alleen maar te luisteren en dat nog wel met stijgende verbazing over wat ze me vertelt en de wijze waarop ze dat doet:
"De mensen hier, in Axel, weten het wel, meneer, dat ik soms dingen zie die er voor anderen niet zijn. Ik zou niet kunnen zeggen hoe dat komt, ik zit er niet aan te denken, maar opeens moet ik het zien, ook al zou ik het niet willen! 'k Heb het er soms heel moeilijk mee, maar ik kan me er niet tegen verzetten. 't Moet wel een gave zijn, zeggen ze, maar ik kan het niet verklaren.
Het begon bij mij al vroeg, als meisje van 6 of 7 jaar. Moeder had toen een kindje gekregen, mijn broertje Oscar. Het was en bleef maar sukkelen met het ventje. Als moeder het op de schoot nam zag je, dat het kwijnde. Ik hield veel van mijn broertje, dat nu 6 maanden oud was en ik was heel bang, dat het ventje zou sterven. Op een avond, dat ik naar bed was gegaan, kon ik snachts niet in slaap komen. We sliepen allemaal in één vertrek en moeder zei tegen vader: "Toe, neemt gij Coralie (dat was ik) eens op Uw arm, ik weet niet wat dat kind heeft."
"waarom gaat ge niet slapen," vraagt moeder.
En half schreiend vertel ik haar, dat ik maar steeds eenzelfde beeld voor mij zie.
"Wat ziet ge dan?", vraagt moeder. "Ik zie in mijn armen een grote bos zwarte rooskes, en in 't wiegske, waarin broertje ligt, zie ik een lam (Het Onschuldig Lam!) liggen met een blauw strikje de hals en een colliertje met een medaille er aan, zoals de kinderkens dragen, en het beeld wil maar niet van mij heengaan."
Moeder zegt: "Toe kind, ga slapen, ge zijt een echte dromer!"
En ze had wel reden dit te zeggen, want reeds eerder had ik haar over zulk soort van mijn dromen verteld.
Maar den volgenden ochtend was mijn broertje gestorven! En U mag geloven dat mij dit de vorige avond door dat "droombeeld" was aangezegd.
Onderwerp
SINSAG 0486 - Andere Todesvorzeichen.   
Beschrijving
Voorzien van sterven van broer.
Bron
Collectie De Vries, verslag 9, verhaal 1 (Archief Meertens Instituut)
Naam Overig in Tekst
Onschuldig Lam   
Naam Locatie in Tekst
Axel   
Plaats van Handelen
Axel