Hoofdtekst
Van Jan Paraplu naar Willem Zift
Parapludragers. "Es 'nen pier 'n striepke maokte, 'ne slêk 'n bietje êrd op 't puntje van d're stêrt hâ en 'ne pèrepludraoger in Liempt 'ne skeresliep tegenkwaamp, dan worde de locht graauw en din 't mee regenen", had Kulhannes ooit horen vertellen.
En het regende vaak in Liempde, want parapludragers en scharenslijpers kwamen er zat. Een van die parapludragers was Jan van Boxtel uit Den Bosch. Het was, volgens Kulhannes 'n gewoon manneke met 'ne rooie kop. Geen spier haar stond er op z'ne kop. Het was krêk 'ne biljartbal. Te voet en op 'n paar hoge schoenen, waar zijn tenen doorheen staken en met een gelapte broek aan, zo trok Jan langs velden en wegen. Van het ene dorp naar het andere ging hij. Ook in Liempde kwam hij vaak. Hij kende Liempde net zo goed als het spinhuis in Den Bosch. Als Jan met 'n pet op z'n kop rondtrok, droeg hij op zijn rug 'ne stijve koker. Dat was 'ne lange stijve, strakke, blauwe zak met onderaan 'n beetje leer, 'n soort hardleren voetje. In deze zak zaten volgens Kulhannes "belindes, houteren steeltjes, 'n paor opgeknapte ouw pèrepluus en 'nen enkelde nêie. Goei en kaoi, klêine mi 'nen houteren steel en ôk grote mi 'ne krol. Ge kos t'r hêndig mi twee man onder".
Bij de mensen aan huis verkocht Jan nieuwe parapluus, ruilde hij oude om of lapte hij kapotte parapluus weer op. Zittend op de grond met 'ne baalzak onder z'n gat en wat lap- en ander gerei in zijn handen repareerde hij
met een tangske, een hamerke, naald, koperdraad en garen, de kapotte parapluus. Rustig deed hij zijn werk. Als 't echter met zijn werk niet goed lukte, mopperde en sakkerde Jan en vloekte hij ooit alle Heiligen uit de hemel, die lachten als hij in de een of andere herberg met zijn pet zwaaiend en staande op 'ne stoel uit volle borst zong:
Mijn vader was 'ne scharensliep
God moge hem bewaren.
Terwijl zijn wagen riep: piep, piep
Slijpte hij messen en scharen.
Wat dacht gij van zo'n knappe man
Die zo z'n kost verdienen kan.
Parapludragers. "Es 'nen pier 'n striepke maokte, 'ne slêk 'n bietje êrd op 't puntje van d're stêrt hâ en 'ne pèrepludraoger in Liempt 'ne skeresliep tegenkwaamp, dan worde de locht graauw en din 't mee regenen", had Kulhannes ooit horen vertellen.
En het regende vaak in Liempde, want parapludragers en scharenslijpers kwamen er zat. Een van die parapludragers was Jan van Boxtel uit Den Bosch. Het was, volgens Kulhannes 'n gewoon manneke met 'ne rooie kop. Geen spier haar stond er op z'ne kop. Het was krêk 'ne biljartbal. Te voet en op 'n paar hoge schoenen, waar zijn tenen doorheen staken en met een gelapte broek aan, zo trok Jan langs velden en wegen. Van het ene dorp naar het andere ging hij. Ook in Liempde kwam hij vaak. Hij kende Liempde net zo goed als het spinhuis in Den Bosch. Als Jan met 'n pet op z'n kop rondtrok, droeg hij op zijn rug 'ne stijve koker. Dat was 'ne lange stijve, strakke, blauwe zak met onderaan 'n beetje leer, 'n soort hardleren voetje. In deze zak zaten volgens Kulhannes "belindes, houteren steeltjes, 'n paor opgeknapte ouw pèrepluus en 'nen enkelde nêie. Goei en kaoi, klêine mi 'nen houteren steel en ôk grote mi 'ne krol. Ge kos t'r hêndig mi twee man onder".
Bij de mensen aan huis verkocht Jan nieuwe parapluus, ruilde hij oude om of lapte hij kapotte parapluus weer op. Zittend op de grond met 'ne baalzak onder z'n gat en wat lap- en ander gerei in zijn handen repareerde hij
met een tangske, een hamerke, naald, koperdraad en garen, de kapotte parapluus. Rustig deed hij zijn werk. Als 't echter met zijn werk niet goed lukte, mopperde en sakkerde Jan en vloekte hij ooit alle Heiligen uit de hemel, die lachten als hij in de een of andere herberg met zijn pet zwaaiend en staande op 'ne stoel uit volle borst zong:
Mijn vader was 'ne scharensliep
God moge hem bewaren.
Terwijl zijn wagen riep: piep, piep
Slijpte hij messen en scharen.
Wat dacht gij van zo'n knappe man
Die zo z'n kost verdienen kan.
Beschrijving
Parapludragers zijn er zat, want het regent vaak. Een ervan was Jan van Boxtel, die in de herberg het lied zong van de scharenslijper.
Bron
Roger van Laere, KULHANNES, Liempde 1992, 181-182
Commentaar
voor 1992
Het gaat regenen als:
- een pier een streepje maakt
- als een slak een beetje aarde op zijn staart heeft
- als een parapludrager een scharenslijper tegenkomt
- een pier een streepje maakt
- als een slak een beetje aarde op zijn staart heeft
- als een parapludrager een scharenslijper tegenkomt
Naam Overig in Tekst
Kulhannes   
Jan van Boxtel   
Naam Locatie in Tekst
Liempde   
Den Bosch   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20