Hoofdtekst
Yn 'e skoalle siet master. Hy hie lêst fan in dikke mig.
"Jongens," sei er, "probeer die vlieg eens te vangen. Wie hem heeft, krijgt een prent van mij."
De hiele klasse gong achter de mich oan. Allinne Moosje bleau deabidaerd allinne yn 'e bank sitten. Doe sei er: "Meester, hier is de vlieg!" Hy hie him fangd.
"Hoe hast dat dochs sa hurd lapt?" sei master.
Moosje sei: "Ik heb even mijn vinger in mijn reetje gestoken, want ik zag direkt, dat het een strontvlieg was."
"Jongens," sei er, "probeer die vlieg eens te vangen. Wie hem heeft, krijgt een prent van mij."
De hiele klasse gong achter de mich oan. Allinne Moosje bleau deabidaerd allinne yn 'e bank sitten. Doe sei er: "Meester, hier is de vlieg!" Hy hie him fangd.
"Hoe hast dat dochs sa hurd lapt?" sei master.
Moosje sei: "Ik heb even mijn vinger in mijn reetje gestoken, want ik zag direkt, dat het een strontvlieg was."
Beschrijving
Er vloog eens een grote vlieg door de klas. De meester zei dat wie hem vangen zou, een prent zou krijgen. Alle kinderen vlogen wild rond om het beestje te vangen, behalve Moos. En even later had juist Moos de vlieg gevangen. Hij had gezien dat het een strontvlieg was, en zijn vinger in zijn achterwerk gestoken.
Bron
Corpus Jaarsma, verslag 676, verhaal 15
Commentaar
17 mei 1969
Naam Overig in Tekst
Moosje   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21