Hoofdtekst
Die .LV. cluchte.
Doctor FELIX CAMERLIN schrijft, als EUSEBIUS seet, van eenen oratoor oft taelman, sophista maximo, dye PROGORAS heet. Dese hadde eenen discipel dye EUTHALUS hiet. Dese hadde hem by sinen meester voor twintich ducaten besteet, hy soude hem syn const leeren, dat hi oock aen dat gerecht spreeken mochte. Ende als hy een vonnisse ghewonnen hadde, so souden dye XX ducaten vervallen zyn. EUTHALUS leerde ende nam in consten toe, maer hy en wandt gheen saecke. Sine saken daer hi in sprack waren altijt onrecht ende daerom en cost hy niet ghewinnen. Dat stont een jaer oft twee. Dye leermeester nam hem voor 't recht ende sprack: 'Dat ordeel gae met my oft tegen my, so sult ghi mi dat gelt geven, want het is so gewesen. Is 't tegen mi ende wint ghij 't, so syt ghi my dat gelt evenwel van den compact schuldich. Want ondersproken is: als ghy een ordeel windt, so sal mi dat gelt vervallen syn. Nu hebt ghi dat ordeel gewonnen, daerom suldy my dat ghelt gheven.' Dye discipel antwoordes 'Leermeester, leert van my. Dye sententie gae teghen oft met my, so en ben ick u niet schuldich. Gaet dat ordeel met mi, dat ick niet schuldich en ben, so ben ick met recht los gewesen. Is 't tegen mi ende u mede, so en derve ick u niet geven, want ick noch gheene sententie ghewonnen en hebbe.' Also gaven si dese sake den rechten over. Dye rechter met sinen omsitteren saten op die sake. Ende als si also verstrict ende doncker was, seyden si tot haer dat si thuys gaen souden, ende als si dat ordeel vonden, so souden sy om haer seynden. Ende dese saecken hangen noch in de rechten ende sal noch lange hangen, hoewel si nu wel dryduysent jaren ghehangen heeft.
Doctor FELIX CAMERLIN schrijft, als EUSEBIUS seet, van eenen oratoor oft taelman, sophista maximo, dye PROGORAS heet. Dese hadde eenen discipel dye EUTHALUS hiet. Dese hadde hem by sinen meester voor twintich ducaten besteet, hy soude hem syn const leeren, dat hi oock aen dat gerecht spreeken mochte. Ende als hy een vonnisse ghewonnen hadde, so souden dye XX ducaten vervallen zyn. EUTHALUS leerde ende nam in consten toe, maer hy en wandt gheen saecke. Sine saken daer hi in sprack waren altijt onrecht ende daerom en cost hy niet ghewinnen. Dat stont een jaer oft twee. Dye leermeester nam hem voor 't recht ende sprack: 'Dat ordeel gae met my oft tegen my, so sult ghi mi dat gelt geven, want het is so gewesen. Is 't tegen mi ende wint ghij 't, so syt ghi my dat gelt evenwel van den compact schuldich. Want ondersproken is: als ghy een ordeel windt, so sal mi dat gelt vervallen syn. Nu hebt ghi dat ordeel gewonnen, daerom suldy my dat ghelt gheven.' Dye discipel antwoordes 'Leermeester, leert van my. Dye sententie gae teghen oft met my, so en ben ick u niet schuldich. Gaet dat ordeel met mi, dat ick niet schuldich en ben, so ben ick met recht los gewesen. Is 't tegen mi ende u mede, so en derve ick u niet geven, want ick noch gheene sententie ghewonnen en hebbe.' Also gaven si dese sake den rechten over. Dye rechter met sinen omsitteren saten op die sake. Ende als si also verstrict ende doncker was, seyden si tot haer dat si thuys gaen souden, ende als si dat ordeel vonden, so souden sy om haer seynden. Ende dese saecken hangen noch in de rechten ende sal noch lange hangen, hoewel si nu wel dryduysent jaren ghehangen heeft.
Beschrijving
Felix Hemmerlin schrijft wat Eusebius zegt over de redenaar Protagoras. Laatstgenoemde had een leerling, Euthalus geheten, die het pleiten van Protagoras zou leren in ruil voor 20 dukaten. Die zou hij hem moeten betalen als hij zijn eerste proces had gewonnen. Na twee jaar had hij alleen maar processen verloren. Protagoras werd ongeduldig en bracht de zaak voor de rechter, immers of hij nu won of verloor hij zou altijd zijn geld krijgen. Nee, zegt de leerling, als ik van ú win ben ik u niets schuldig. De rechters bezonnen zich op de zaak, kwamen er echter niet uit en gingen naar huis met de mededeling dat zodra zij eruit waren het oordeel hen meegedeeld zou worden. Ruim drieduizend jaar later is het vonnis er nog altijd niet.
Bron
H. Pleij, J. van Grinsven, D. Schouten & F. van Thijn: Een Nyeuwe Clucht Boeck. Een zestiende-eeuwse anekdotenverzameling. Muiderberg 1983.
Commentaar
1554
Bron: Pauli, Schimpf und Ernst 119.
Naam Overig in Tekst
Felix Hemmerlin   
Eusebius   
Protagoras   
Euthalus.   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:22