Hoofdtekst
Die .CXCIX. cluchte.
In FABULIS lesen wy hoe die wolven eenen raet hielden teghen die honden ende seyden: 'Onser synder ghansch te luttel teghen die honden, daerom willen wi alsoe die honden bedrieghen.' Ende riepen die honden tot haer, die haer van verwen ghelijck waren ende seyden: 'Ghi ende wi syn van eender natueren, dwelck die verwe bewijst dye wy draghen. Ende is 't dat ghi ons wilt helpen die ander honden verdrucken, so sullen wi eewighe vrienden metten anderen syn.' Sy seyden ja. Als si nu die andere honden al gedoot hadden, vielen die wolven oock over dese ende beten se oock doot.
In FABULIS lesen wy hoe die wolven eenen raet hielden teghen die honden ende seyden: 'Onser synder ghansch te luttel teghen die honden, daerom willen wi alsoe die honden bedrieghen.' Ende riepen die honden tot haer, die haer van verwen ghelijck waren ende seyden: 'Ghi ende wi syn van eender natueren, dwelck die verwe bewijst dye wy draghen. Ende is 't dat ghi ons wilt helpen die ander honden verdrucken, so sullen wi eewighe vrienden metten anderen syn.' Sy seyden ja. Als si nu die andere honden al gedoot hadden, vielen die wolven oock over dese ende beten se oock doot.
Beschrijving
De wolven wilden de honden uitroeien maar ze waren met te weinig. Daarom sloten ze een verbond met honden die dezelfde kleur hadden als zij. Maar toen alle andere honden dood waren, doodden de wolven ook de honden met wie ze samengewerkt hadden.
Bron
H. Pleij, J. van Grinsven, D. Schouten & F. van Thijn: Een Nyeuwe Clucht Boeck. Een zestiende-eeuwse anekdotenverzameling. Muiderberg 1983.
Commentaar
1554
Bron: Pauli, Schimpf und Ernst 431
Fabulis = waarschijnlijk een onder Aesopus' naam uitgebrachte verzameling dierdichten.
Naam Overig in Tekst
Fabulis 
Fabulis 
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:22