Hoofdtekst
Weerwolven.
De weduwe Visser en haar dochter hebben eens in hun leven een weerwolf ontmoet te Kapelle. 't Was een ruige hond, die loensch uit zijn oogen keek en met den staart tusschen de beenen voor een ieder uit den weg. Alleen zagen ze duidelijk dat hij een stuk van een boezeroen tusschen de tanden had.Een poosje later kwam de weerwolf, een boerenarbeider uit Kloetinge, hen voorbij op weg naar zijn werk.
De weduwe Visser en haar dochter hebben eens in hun leven een weerwolf ontmoet te Kapelle. 't Was een ruige hond, die loensch uit zijn oogen keek en met den staart tusschen de beenen voor een ieder uit den weg. Alleen zagen ze duidelijk dat hij een stuk van een boezeroen tusschen de tanden had.Een poosje later kwam de weerwolf, een boerenarbeider uit Kloetinge, hen voorbij op weg naar zijn werk.
Onderwerp
SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.   
Beschrijving
Een vrouw en haar dochter hebben eens een weerwolf ontmoet . 't Was een ruige hond. Ze zagen duidelijk dat hij een stuk van een boezeroen tusschen de tanden had.Een poosje later kwam de weerwolf, een boerenarbeider uit Kloetinge, hen voorbij op weg naar zijn werk.
Bron
J.R.W. en M. Sinninghe: Zeeuwsch sagenboek. Zutphen 1933, p. 156-157
Commentaar
voor 1933
Das zerbissene Tuch.
Naam Locatie in Tekst
Visser   
Kapelle   
Kloetinge   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20