Hoofdtekst
Winschoten: Winschoter tellerlikkers
Westerlee: Westerleister klokkeluiders
Meeden: Maidener aierleggers
Muntendam: Muntendammer bessembinders
Veendam: Veendammer stoupschieters
Hoogzand: Hoogzandster aangebraide kousen
Pekel[a]: Pekeler metten
(metten zijn lui, die zich onnoozel, erg kinderachtig, bijzonder aanstellen)
Finsterwolde: Finnerwolder törken
Oostwolde: Oostwolder kraaikoppen
Grijpskerk: Griepskerker smalruggen
Garnwerd: Garnwerder gortvreters
Spijk: Spiekster blauwboksems
't Zand: Zandster handstokken
Uithuizermeeden: Meister ketelschieters
Noordwijk: Noordwieker rötten
Winsum: Winsummer gladhakken
Obergum: Obergumer witborstjes
Overigens zijn het hier van alle dorpen in 't Westerkwartier "katten", en schelden de kinderen mekaar uit met nevenstaand rijmpje:
Zuudhörner katten,
Springen over latten,
Springen er bie dèl,
Maoken alle moegen en rötten kèl (verschrikt).
Een paar scheldrijmen op dorpen zijn nog:
1. Enumatil, daar kijken ze gril
Daar is geen kerk of toren
Maar als de drie uur snik aankomt
Dan blaast de jong op 't horen.
2 Saaksum is een moddergat
Die er is, blijft er wat.
Oldehove, die stompe toren
Wil de koster 't wijf vermoorden.
Niehove is 't stadje rond
Daar loopen de meisjes kakelbont.
Grijpskerk is een rozendal
Die er is, blijft er al.
3 Waiwerd is 'n gat.
Heveskes is nog wat
Farmsum staon de huizen verkeerd
Delfziel, daor hemmen ze 't heksen leerd.
Onderwerp
TM 2602 - Spotnaam voor naburig dorp (stad) of hun inwoners   
Beschrijving
Bron
Commentaar
Naam Overig in Tekst
Westerlee   
Pekela   
Spijk   
Enumatil   
Saaksum   
Oldehove   
Niehove   
Waiwerd   
Heveskes   
Naam Locatie in Tekst
Winschoten   
Meeden   
Muntendam   
Veendam   
Hoogzand   
Finsterwolde   
Oostwolde   
Grijpskerk   
Garnwerd   
't Zand   
Uithuizermeden   
Noordwijk   
Winsum   
Obergum   
Westerkwartier   
Zuidhorn   
Grijpskerk   
Farmsum   
Delfzijl