Hoofdtekst
Gregorius Kilmick, een rijck hoorenbeest, klaegde noch in een vol gelag dat hij rnet sijn geldt niet toe en kost. R. 'Ey, klaeg niet, ghij moet noch sooveel, behalven dat ghij alree besit, van uwe 2 ooms erven.' R. 'Wat, erven! Wat souw ick erven! Al stierven alle duyvels uytter, ick gelove niet dat ik een paer hoornen erven soude.' R. 'Wat zijt gij ook gierig, gunt een ander ook wat, ghij zijt immers dubbel versien.'
Beschrijving
Gregorius Kilmick, een rijk hoornbeest, klaagde dat hij niet genoeg geld had. Een ander zei hem dat hij niet zo moest zeuren, want hij zou nog genoeg erven van zijn twee ooms. Gregorius klaagde dat zelfs als alle duivels zouden sterven, hij niet eens een paar hoornen zou erven. De ander zei toen dat hij niet zo gierig moest zijn: hij had er immers al twee.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Hoornbeest of hoorndrager is volgens het WNT een benaming voor een bedrogen echtgenoot.
Naam Overig in Tekst
Gregorius Kilmick   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20