Hoofdtekst
De heer van Zuylichem kreeg dan eens goeden, dan eens quaden troost van sijn matres. R . 'Mejuffrouw, ghij hebt mijn hert gestoolen en geeft mij dat weerom, soo ghij langer de geck met mij wilt scheeren, of anders sal ick seggen aen al de wereld dat ghij een dubbel-hartige juffrou zijt.'
Beschrijving
De maitresse van de heer van Zuylichem behandelde hem afwisselend goed en slecht. De heer zei haar, dat zij moest stoppen met het steeds stelen en teruggeven van zijn hart, anders zou hij iedereen zeggen dat zij een dubbelhartige dame was.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Zuylichem [= Constantijn Huygens]   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20