Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

OVER0134

Een mop (boek), derde kwart 17e eeuw

Hoofdtekst

Een predikant tot Rotterdam, opposeerde sich eeniger wijse tegens de magistraet. Als hij coram moeste koomen, seyde hij dat niemandt, wie hij soude mogen wesen, de predikanten behoorden te contradiceren, alsoo sij Godts woordt verkondigden, ende engelen des Heeren wierden genoemt. 'Jae', seyde een van de regenten Hendrick Nobel, 'zijt ghij engelen, weet dat wij goden zijn, als David seyt in den 82e psalm, ende daervan gebieden wij u nae desen sulcke op de stoel te swijgen.'

Beschrijving

Een predikant zei toen hij eens openbaar sprak dat niemand de predikanten tegen mochten spreken. Zij verkondigden namelijk Gods woord en werden engelen des Heeren genoemd. Een van de regenten zei toen, dat als de predikanten engelen zijn, zij goden zijn zoals David zei in de 82e psalm. En daarom gebood hij de predikant te zwijgen.

Bron

Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.

Commentaar

Derde kwart zeventiende eeuw
coram is Latijn voor: ten overstaan van iedereen.

Naam Overig in Tekst

Godts woordt    Godts woordt   

Gods woord    Gods woord   

Engelen des Heeren    Engelen des Heeren   

Hendrick Nobel    Hendrick Nobel   

David    David   

Naam Locatie in Tekst

Rotterdam    Rotterdam   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20